Kinesitherapie

Kraakbeen

Kraakbeenletsels of artrose kunnen voorkomen bij actieve sporters, maar ook bij niet-sporters. Met name een kraakbeenletsel kan eventueel ook plots ontstaan tijdens een trauma, maar vaak is dit een degeneratief proces, dat in de hand gewerkt wordt door een slechte verhouding tussen de belasting en de belastbaarheid van je gewricht.

Typisch komt dit voor bij de gewrichten die zorgen voor de steunname (heup, knie en voet), maar ook de wervelkolom en het bovenste lidmaat blijft hier niet altijd van gespaard. Denk maar aan bv. duimbasisartrose.

Bij ernstige gradaties kan dit uiteindelijk leiden tot operaties zoals een totale knieprothese, heupprothese etc. Vermijden en preventief werken is hier dus de boodschap!

Revalidatie

Eénmaal schade aan je gewricht, zal dit niet vanzelf herstellen. De doorbloeding van deze structuren is vaak zeer beperkt. Er is echter wel voldoende bewijs dat een goed opgebouwd en begeleid oefenprogramma door een kinesitherapeut beter werkt op zowel pijndemping als functionaliteit dan bv medicatie, massage, dure braces of andere medische interventies. Op deze manier kunnen we zware prothese- operaties langer uitstellen en in sommige gevallen zelfs overbodig maken.

De behandeling zal dus voornamelijk bestaan uit het gradueel optrainen van de spieren rond het gewricht om zo een betere bescherming te krijgen van het betrokken gewricht. Ten tweede is het load management essentieel om geen verdere irritatie of schade te krijgen. Het betreft hier educatie omtrent het aanpassen van zware trainingsschema’s bij sporters of misschien afvallen voor mensen met overgewicht om ook dagdagelijkse activiteiten uit te blijven voeren. Ook hier dringt zich dus een multidisciplinaire benadering op.

Preventie

Zeker in dit geval geldt de slogan ‘voorkomen is beter dan genezen’, want éénmaal er schade is, zal deze vaak niet herstellen. Laat je dus altijd goed adviseren wat betreft trainingsopbouw. Zorg dat er geen te grote pieken van belasting zijn in je trainingsschema. Wij screenen op mobiliteit, kracht en bewegingscontrole om zo optimaal mogelijk te kunnen functioneren. Indien deze factoren goed zijn, is er geen nood van het lichaam om allerlei compensatiemechanismen te gebruiken.